Osteopathie is een geneeswijze, die niet iedereen kent. Toch bestaat osteopathie al bijna 150 jaar en hebben er veel mensen baat bij gehad. Osteopathie heeft als uitgangspunt dat alles in het lichaam vrij moet kunnen bewegen. Als spieren, botten, zenuwen, lymfe, bloedvaten en organen ‘vastzitten’, bijvoorbeeld door stress of ziekte, ontstaat pijn of andere klachten. Osteopathie ziet het lichaam als één geheel, inclusief de geest. Het gebeurt immers vaak dat een emotionele barrière (bijvoorbeeld verdriet) lichamelijke problemen meebrengt. Ook kan de oorzaak van bijvoorbeeld buikpijn in een heel ander deel van het lichaam zitten. Het hele lichaam dus. Met een vakterm wordt dit een holistische aanpak genoemd.
Een osteopaat spoort knopen in het lichaam op en maakt eigenlijk – met de handen – los wat vast zit. Via zachte mobilisatietechnieken wordt het lichaam gestimuleerd om zelf aan het herstel te werken. Je gezondheid wordt beter, waardoor de klachten verminderen of verdwijnen. Osteopathie is dus zacht, maar zeker niet zweverig. Het lijkt wel een beetje op fysiotherapie, zonder echte massages. Osteopathie is een toegankelijke, laagdrempelige techniek. Geschikt voor iedereen: jong of oud, man, vrouw of kind, van welke achtergrond dan ook.
De resultaten van osteopathie zijn positief en veelbelovend. Veel mensen ervaren verlichting van klachten, meer ontspanning in het lichaam, een toename van beweeglijkheid, verbetering in de spijsvertering en meer energie. Soms is er al direct effect, maar ook na de behandeling gaat het herstel van het lichaam door. Sommige weefsels hebben meer tijd nodig dan andere, het lichaam vindt opnieuw zijn balans. Voor de meeste mensen is een osteopathische behandeling om de 4 tot 6 weken ideaal.